Nieuwe resultaten van de Keck Cosmic Web Imager (KCWI) laten voor het eerst direct licht zien dat wordt uitgezonden door het grootste en meest verborgen deel van het kosmische web: de kriskras door elkaar lopende filamenten die zich uitstrekken over de donkerste uithoeken van de ruimte tussen sterrenstelsels (Nature Astronomy). Het KCWI-instrument maakt deel uit van de Keck-sterrenwacht op Mauna Kea (Hawaï).
De sterrenstelsels in ons heelal ontstaan uit kolkende gaswolken.
Dat gas condenseert vervolgens tot sterren die de sterrenstelsels aanlichten, waardoor ze op allerlei golflengten zichtbaar worden voor telescopen.
Astronomen vermoeden dat koude, donkere filamenten zich een weg banen naar de sterrenstelsels en hen van gas voorzien, dat weer als brandstof dient voor nieuwe generaties van sterren.
In 2015 vonden Caltech-astronoom Christopher Martin en zijn medewerkers overtuigend bewijs voor dit zogeheten koude-stroommodel voor de vorming van sterrenstelsels: een lang filament dat een groot sterrenstelsel van gas voorziet.
Bij deze ontdekking gebruikten ze een prototype van het KCWI-instrument, de Cosmic Web Imager van de sterrenwacht op Palomar Mountain (VS).
In dat geval werd het filament aangelicht door een nabijgelegen quasar – de heldere kern van een jong sterrenstelsel. Het grootste deel van het kosmische web bevindt zich echter in de donkere ruimte tussen de sterrenstelsels en laat zich daardoor moeilijk vastleggen.
De nieuwe resultaten zijn de eerste die een stuk van het kosmische web rechtstreeks laten zien.
‘Vóór deze ontdekking zagen we de draderige structuren onder het equivalent van een lantaarnpaal,’ aldus Martin. ‘Nu kunnen we ze ook zonder lamp zien.’ (EE)
(Image Credit: C. Martin et al./Caltech/W. M. Keck Observatory)