Bij waarnemingen met de Hubble ruimtetelescoop is een hevige uitbarsting van een jonge rode dwergster opgemerkt, een zogeheten supervlam.
De straling die daarbij vrijkwam was intenser dan die van de hevigste uitbarstingen van onze zon.
Voor het leven op eventuele planeten rond de 125 lichtjaar verre ster zou zo’n supervlam fataal kunnen zijn, maar in de loop van zijn bestaan wordt een rode dwerg wel ‘rustiger’.
De supervlam werd gedetecteerd tijdens een speciale, nog lopende waarneemcampagne, HAZMAT geheten, waarbij rode dwergsterren van uiteenlopende leeftijden worden bekeken.
Dat gebeurt op ultraviolette golflengten, waarop deze sterren de meeste activiteit vertonen. Rode dwergsterren zijn de kleinste, langstlevende en meest voorkomende sterren in onze Melkweg.
Aangenomen wordt dat supervlammen ontstaan wanneer magnetische veldlijnen van een ster zodanig verstrengeld raken, dat ze ‘knappen’ en vervolgens weer aansluiting zoeken.
Bij zo’n ‘reconnectie’ komen enorme hoeveelheden energie vrij.
Tot nu toe zijn in de waarneemcampagne alleen jonge rode dwergen bekeken.
Het feit dat de supervlam al binnen één dag van waarnemingen werd opgetekend, toont volgens de betrokken astronomen aan dat dit soort uitbarstingen heel vaak voorkomen, dagelijks of misschien zelfs enkele keren per dag.
Het vervolg van het HAZMAT-onderzoek zal moeten uitwijzen hoe het met oudere rode dwergen is gesteld. (EE)