Nieuw onderzoek laat zien dat zich even voorbij de rand van de ‘protoplanetaire’ schijf rond de jonge zware ster MM 1a een tweede ster bevindt.
Het lijkt erop dat deze ster, die de aanduiding MM 1b heeft gekregen, op planeet-achtige wijze is ontstaan (Astrophysical Journal Letters, 14 december).
Volgens het team van Britse astronomen dat de ontdekking heeft gedaan, is hier sprake van een geval van ‘schijffragmentatie’.
Sterren ontstaan uit grote wolken van gas en stof die onder invloed van hun eigen zwaartekracht samentrekken.
Bij dat proces gaat de wolk steeds sneller draaien, waardoor zich uiteindelijk een schijf van materie rond de ster-in-wording vormt.
Bij sterren die niet veel zwaarder zijn dan onze zon, kunnen in die schijf planeten ontstaan.
Maar in het geval van MM 1a bevatte de omringende schijf blijkbaar voldoende materie om een tweede ster te vormen.
Door met behulp van de Atacama Large Millimeter/submillimeter Array (ALMA) de hoeveelheid straling te meten die door het stof wordt uitgezonden, evenals kleine variaties in de golflengte van het licht dat het gas uitzendt (dopplereffect), hebben de astronomen de massa’s van de beide sterren kunnen meten.
MM 1a blijkt (inclusief schijf) ongeveer 40 keer zoveel massa te hebben als onze zon; MM 1b blijft steken bij maximaal 0,6 zonsmassa.
Hiermee is de massaverhouding tussen beide sterren ruwweg gelijk aan 80:1.
Dat is opmerkelijk, omdat oudere sterren die deel uitmaken van een dubbelstersysteem doorgaans niet extreem veel in massa verschillen.
Het lijkt er dus op dat schijffragmentatie een proces is dat niet erg vaak voorkomt. (EE)