De ijskorst van de grote Jupitermaan Europa is minstens twintig kilometer dik. Tot die conclusie komt een team van planeetwetenschappers onder leiding van Brandon Johnson en Shigeru Wakita van de Purdue-universiteit (VS). De wetenschappers baseren hun conclusie op onderzoek van grote kraters op het ijzige oppervlak van Europa, in combinatie met computersimulaties (Science Advances). Europa is een rotsachtige maan, gehuld in een ijskorst waaronder een oceaan schuilgaat die twee keer zoveel zoutwater bevat als de oceanen op aarde. Wetenschappers vermoeden al heel lang dat deze Jupitermaan een van de beste plekken in ons zonnestelsel is om naar buitenaards leven te zoeken. De kans op en de aard van dat leven hangen echter sterk af van de dikte van de ijskorst. De ijskorst van Europa is niet onveranderlijk. Plaattektoniek en convectiestromingen in de onderliggende oceaan zorgen ervoor dat het ijs vrij regelmatig wordt ververst. Als gevolg hiervan is het oppervlak slechts 50 tot 100 miljoen jaar oud – heel jong naar geologische maatstaven. Dat gladde, jonge oppervlak maakt dat eenmaal gevormde inslagkraters goed herkenbaar zijn. De aandacht van Johnson en zijn collega’s ging met name uit naar de meer dan dertig kilometer grote inslagbekkens Tyre en Callanish, die omgeven zijn door concentrische ringstructuren. Met behulp van hun computersimulaties hebben de wetenschappers onderzocht welke fysische omstandigheden tot de vorming van deze oppervlaktestructuren kunnen hebben geleid. De modellen laten zien dat inslagbekkens zoals Tyre en Callanish alleen kunnen ontstaan wanneer de ijskorst van Europa minstens twintig kilometer dik is en is opgebouwd uit een zes tot acht kilometer dikke warmtegeleidende die op een warmere, convectieve ijslaag rust. Daarmee is de korst aanzienlijk dikker dan waar sommige wetenschappers op hadden gehoopt. (EE)
(Image Credit: NASA/JPL-Caltech/SETI Institute)