Bij nieuw onderzoek dat binnenkort in The Astrophysical Journal Letters wordt gepubliceerd, hebben astronomen de halo van de zogeheten Grote Magelhaense Wolk (GMW) opgemeten. Tot hun verbazing blijkt deze halo een middellijn van slechts 50.000 lichtjaar te hebben. Daarmee is hij tien keer zo klein als de halo’s van sterrenstelsels die ongeveer net zo groot zijn als de GMW. De Grote Magelhaense Wolk is een van de naaste buren van ons Melkwegstelsel. Met een schijnbare diameter van twintig keer de volle maan is dit dwergsterrenstelsel een opvallende verschijning aan de zuidelijke hemel. Veel astronomen denken dat het niet in een baan om ons sterrenstelsel draait, maar hier vlak langs scheert, en vrij recent zijn dichtste nadering heeft volbracht. Hoewel de GMW daarbij flinke averij heeft opgelopen, heeft het dwergstelsel een compacte halo van gas weten te behouden – iets was niet was gelukt als het lichter was geweest. De GMW heeft tien procent van de massa van de Melkweg en is daarmee zwaarder dan de meeste dwergstelsels. Het grootste deel van de oorspronkelijke halo van de Grote Magelhaense Wolk is weggeblazen door een verschijnsel dat ram pressure (‘ramdruk’) wordt genoemd. Het dichte medium van de Melkweg oefent een tegendruk uit op de inkomende GMW, waardoor zich een kielzog van gas achter het kleine sterrenstelsel vormt, vergelijkbaar met de staart van een komeet. Doordat de ramdruk een groot deel van de halo van de Grote Magelhaense Wolk wegduwt, wordt het daarin aanwezige gas afgeremd en zal het uiteindelijk neerregenen op de Melkweg. Maar omdat het kleine stelsel pas net zijn dichtste nadering achter de rug heeft, en zich weer verwijdert, verwachten de astronomen niet dat zijn halo volledig verloren zal gaan. Bij hun onderzoek hebben de astronomen gebruik gemaakt van gearchiveerde data van de Cosmic Origins Spectrograph (COS) van de Hubble-ruimtetelescoop. Aan de hand van deze spectrografische gegevens kon de aanwezigheid van het gas in de halo van de GMW worden afgeleid uit de manier waarop het bepaalde kleuren licht van verre achtergrondobjecten (zogeheten quasars) absorbeert. Een spectrograaf splitst het licht op in zijn samenstellende kleuren, en dat levert informatie op over de toestand, temperatuur, snelheid, afstand en samenstelling van het onderzochte object. In dit geval hebben de astronomen de COS-gegevens gebruikt om de snelheid van het gas rond de Grote Magelhaense Wolk te meten. Daaruit kon vervolgens de grootte van diens halo worden afgeleid. Als volgende wil het team nu de de voorkant van de halo van de GMW bestuderen – een gebied dat nog niet eerder onderzocht is. (EE) (Image credit; NASA, ESA, Ralf Crawford (STScI)