Image default

Hubble spoort honderden kleine planetoïden op

Bij het doorspitten van 37.000 opnamen van de Hubble-ruimtetelescoop die verspreid over negentien jaar zijn gemaakt, zijn astronomen op het spoor gekomen van een nog grotendeels onbekende populatie van planetoïden. Ongeveer vierhonderd daarvan zijn nog geen kilometer groot. Aan de speuractie hebben duizenden burgerwetenschappers meegedaan (Astronomy & Astrophysics). De grote aselecte steekproef geeft meer inzicht in de vorming en evolutie van de planetoïdengordel – de regio tussen de omloopbanen van de planeten Mars en Jupiter waar zich grote aantallen planetoïden hebben verzameld. Het feit dat daar veel kleine planetoïden te vinden zijn, doet vermoeden dat dit brokstukken zijn van grotere planetoïden die met elkaar in botsing zijn gekomen en uiteen zijn gevallen – een proces dat al miljarden jaren aan de gang is. Een alternatieve verklaring voor het bestaan van de kleine brokstukken zou kunnen zijn dat ze miljarden jaren geleden als op zichzelf staande objecten zijn gevormd. Maar er bestaat voor zover bekend geen mechanisme dat hen er dan van zou kunnen weerhouden om, toen ze samenklonterden uit het stof in de schijf van puin en stof rond onze zon, tot grotere objecten uit te groeien. Hubble speurt niet gericht naar planetoïden: het gaat om ‘bijvangst’ die tijdens het maken van opnamen van verre objecten in het heelal ontstaat. Doordat de ruimtetelescoop met grote snelheid om de aarde draait, laten nabije objecten zoals planetoïden opvallende boogvormige sporen achter op de Hubble-opnamen. Omdat de positie van de ruimtetelescoop op het moment van de opnamen bekend is, kunnen astronomen aan de hand van de lichtsporen nagaan op welke afstanden de per ongeluk vastgelegde planetoïden zich bevinden en de vorm van hun omloopbanen schatten. Ook de helderheden van de planetoïden worden door de gevoelige camera’s van Hubble gemeten, en daaruit kunnen dan weer hun afmetingen worden geschat. De zwakste planetoïden die bij het onderzoek zijn opgespoord zijn ruwweg veertig miljoen keer zo zwak als de zwakste sterren die met het menselijk oog waarneembaar zijn. (EE) (Image Credit: NASA, ESA, Pablo García Martín (UAM)

Ook interessant

Planeet-vormende schijven leefden langer in het vroege heelal

stipmedia

Heeft exoplaneet Trappist-1 b toch een atmosfeer?

stipmedia

Zonachtige sterren produceren vaker ‘supervlammen’ dan gedacht

stipmedia

Korte flirt van 2024 PT5 met de aarde

stipmedia

RR Lyrae-sterren bevestigen nieuwe Melkwegsatelliet

stipmedia

Er zit geen grote oceaan van magma onder het oppervlak van Jupitermaan Io

stipmedia