Astronomen hebben de unieke mogelijkheden van de Hubble-ruimtetelescoop benut om dieper dan ooit in de ‘keel’ te kijken van een superzwaar zwart gat dat een zogeheten quasar aandrijft. Een quasar is de kern van een sterrenstelsel die helder gloeit doordat het centrale zwarte gat materie uit zijn naaste omgeving opslokt. Volgens astronoom Bin Rin van de Universiteit van de Côte d’Azur (Frankrijk) zijn op de nieuwe Hubble-opnamen van de omgeving van de quasar allerlei ‘vreemde dingen’ te zien. ‘We zien een paar blobs van verschillende grootte en een raadselachtig L-vormig filament – allemaal binnen 16.000 lichtjaar van het zwarte gat.’ Sommige van deze objecten zouden kleine sterrenstelsels kunnen zijn die om het zwarte gat draaien en deze van materie voorzien. De nu onderzochte quasar, 3C 273, werd in 1963 ontdekt door de in Nederland geboren astronoom Maarten Schmidt. Wat in eerste instantie een heldere ster leek te zijn, was met een afstand van 2,5 miljard lichtjaar veel te ver weg voor een ster. Hij produceerde veel meer energie dan voor mogelijk werd gehouden en was tien keer zo helder als de helderste elliptische sterrenstelsels. De meest plausibele verklaring voor de enorme energieproductie was (en is) dat deze wordt geleverd door materie die op een zwart gat neerstort. Voor de Hubble-ruimtetelescoop is het bestuderen van de naaste omgeving van 3C 273 vergelijkbaar met het staren in een verblindende koplamp, om een ‘mier’ over de rand ervan te zien lopen. De quasar stoot duizenden keren zoveel energie uit als alle sterren van het omringende sterrenstelsel bij elkaar. Hubble is echter uitgerust met een coronagraaf die het felle licht van de quasar tegenhoudt, net zoals de maan het felle licht van de zon tegenhoudt tijdens een totale zonsverduistering. Dankzij deze voorziening konden astronomen acht keer dichter bij het zwarte gat kijken dan ooit tevoren. Een van de dingen waar Bin Rin en zijn team naar hebben gekeken is de driehonderdduizend lichtjaar lange jet van materie die 3C 273 met bijna de lichtsnelheid de ruimte in schiet. Door de aldus verkregen beelden te vergelijken met opnamen die 22 jaar geleden zijn gemaakt, hebben de astronomen vastgesteld dat de jet sneller beweegt naarmate hij verder van het zwarte gat verwijderd is. Verspreid over de hemel zijn minstens een miljoen quasars te zien, die voor allerlei astronomische waarnemingen als als nuttige ‘schijnwerpers’ dienen. Quasar waren ongeveer drie miljard jaar na de oerknal op hun talrijkst, toen botsingen tussen sterrenstelsels vaker voorkwamen dan nu. Met een afstand van ‘slechts’ 2,5 miljard lichtjaar is 3C 273 een van de dichtstbijzijnde quasars. Als hij veel dichterbij stond – enkele tientallen lichtjaren van de aarde – zou hij aan onze hemel net zo helder zijn als de zon. (EE) (Image credit: NASA, ESA, Bin Ren (Université Côte d’Azur/CNRS)