Astronomen hebben, met behulp van de ruimtetelescopen Hubble en Spitzer, de weersomstandigheden onderzocht op een unieke klasse van exoplaneten.
Deze opgezwollen planeten ter grootte van Jupiter staan zo dicht bij hun moederster dat ze worden ‘geroosterd’ bij temperaturen van meer dan 1600 graden Celsius.
Dit is heet genoeg om de meeste metalen te doen verdampen, inclusief titanium (Nature).
Een van de onderzochte exoplaneten is WASP-178b, die zich op een afstand van ongeveer 1300 lichtjaar bevindt.
Aan de dagzijde van de planeet onbewolkt en verrijkt met silicium-monoxidegas. Omdat de planeet steeds met dezelfde kant naar zijn ster is gericht, is zijn nachtzijde veel koeler.
Hierdoor kan het gas, dat met snelheden van meer dan 3000 km per uur om de planeet circuleert, daar mogelijk condenseren.
In dat geval valt er neerslag in de vorm van stenen. Maar rond de overgang van dag naar nacht is de planeetatmosfeer nog heet genoeg om gesteente te laten verdampen.
Bij onderzoek van een andere ultra-hete Jupiter, KELT-20b, die zich op een afstand van 456 lichtjaar afstand bevindt, is vastgesteld dat diens atmosfeer naar boven toe eerder heter wordt dan koeler.
Dat komt doordat hij door zijn moederster met intense ultraviolette straling wordt bestookt. Hierdoor heeft zich een atmosferische laag gevormd die vergelijkbaar is met de stratosfeer van de aarde.
Op aarde absorbeert het ozon in de atmosfeer uv-licht, waardoor de temperatuur in een laag tussen 11 en 50 kilometer boven het aardoppervlak oploopt.
Op KELT-20b verhit de uv-straling van de ster de metalen in de atmosfeer, waardoor een thermische inversielaag ontstaat. (EE)
(Image Credit: NASA, ESA, Leah Hustak (STScI)