Nieuwe computersimulaties lijken een verklaring te geven voor het wispelturige gedrag van de grootste en helderste sterren van het heelal: de blauwe hyperreuzen.
Deze sterren vertonen hevige uitbarstingen waarbij binnen enkele dagen een hoeveelheid materie de ruimte in wordt geblazen die twee keer zoveel massa heeft als de planeet aarde.
De simulaties wijzen erop dat door turbulenties in de buitenste lagen van de ster samenklonteringen van stermateriaal ontstaan.
Deze vangen als een soort zonnezeilen het intense licht van de ster op en worden daardoor de ruimte in geblazen.
Nadat hij voldoende massa heeft geloosd, komt de ster weer tot rust, totdat zich weer nieuwe turbulenties in zijn buitenlagen ontwikkelen (Nature, 27 september).
Blauwe hyperreuzen, ook wel ‘lichtsterke blauwe veranderlijken’ genoemd, zijn heel zeldzaam, maar spelen wel een belangrijke rol in de evolutie van sterrenstelsels.
De kolossale sterren, die meer dan 100 keer zoveel massa kunnen hebben dan onze zon, produceren sterke sterren-winden en hevige supernova-explosies.
En nadat ze zijn geëxplodeerd laten ze zwarte gaten achter.
In een blauwe hyper-reus vindt een voortdurende strijd plaats tussen de zwaartekracht, die het aanwezige gas naar binnen wil trekken, en de lichtkracht, die juist de andere kant op werkt.
De vereenvoudigde berekeningen die tot nu waren gedaan, konden niet verklaren waarom deze sterren soms zoveel materie de ruimte in blazen.
De buitenste lagen van zo’n ster leken simpelweg niet genoeg dichtheid te hebben om de zwaartekracht te kunnen overwinnen. In het nieuwe model is nu voor het eerst ook rekening gehouden met de interacties tussen materie, warmte en licht in het inwendige van de ster.
Daarbij werd nu voor het eerst ontdekt dat sommige delen van de buitenlagen een grotere dichtheid hebben dan andere.
Hierdoor kunnen verdichtingen ontstaan waar de lichtkracht van de ster wél genoeg grip op krijgt om ze de ruimte in te ‘lanceren’. (EE)