De in 1999 ontdekte exoplaneet HD 209458b is sinds zijn ontstaan dichter naar zijn moederster toe gemigreerd. Dat blijkt uit een analyse van de atmosfeer van de planeet door een internationaal onderzoeksteam onder leiding van Paolo Giacobbe van de Sterrenwacht van Turijn (Italië). De resultaten van de analyse zijn in het tijdschrift Nature gepubliceerd.
HD 209458b was de eerste exoplaneet die met behulp van de zogeheten transitmethode is opgespoord. Hij schuift vanaf de aarde gezien met vaste tussenpozen voor zijn ster langs, waardoor laatstgenoemde regelmatige helderheidsdipjes vertoont. Tijdens zo’n transit of planeetovergang schijnt een deel van het sterlicht door de atmosfeer van HD 209458b heen. Daarbij wordt dit licht geabsorbeerd op golflengten die karakteristiek zijn voor de verschillende gassen die in de planeetatmosfeer aanwezig zijn.
Met behulp van de Telescopio Nazionale Galileo, een 3,5-meter telescoop op het Spaanse eiland La Palma, heeft het team van Giacobbe in totaal zes verschillende gassen in de atmosfeer van HD 209458b weten aan te tonen: waterstofcyanide, methaan, ammoniak, acetyleen, koolstofmonoxide en water. Het grote aandeel aan koolstof houdende verbindingen wijst erop dat de atmosfeer ongeveer net zoveel koolstof als zuurstof bevat. Dicht bij een ster zijn de temperaturen dermate heet dat een groot deel van de zuurstof van een planeet-in-wording als bestanddeel van waterdamp in diens atmosfeer blijft. Bij planeten die op grotere afstanden worden gevormd condenseert water tot ijs, en raakt het opgesloten in de planeetkern. Daardoor ontstaat een atmosfeer die voor een belangrijk deel uit koolstof houdende moleculen bestaat. Dat laatste lijkt bij HD 209458b te zijn gebeurd en daaruit leiden de astronomen af dat deze planeet niet op zijn huidige plek – op slechts 7 miljoen kilometer van zijn ster – kan zijn gevormd. In dat geval zou zijn atmosfeer tweemaal zoveel zuurstof als koolstof hebben bevat.
Het onderzoeksresultaat bevestigt het al bestaande vermoeden dat de hete Jupiter-achtige planeten die in de nabijheid van veel sterren zijn aangetroffen veel verder daarvandaan zijn geboren – ruwweg op de afstanden waar in ons eigen zonnestelsel de grote gasplaneten Jupiter en Saturnus te vinden zijn. (EE)
(Image Credit:P University of Warwick/Mark Garlick)