Al bijna vijfentwintig jaar – sinds november 2000 – zijn het Amerikaanse ruimteagentschap NASA en haar internationale partners vierentwintig uur per dag, zeven dagen per week onafgebroken aanwezig in een lage baan om de aarde. Maar over vijf jaar komt hier een einde aan. In 2030 zal het ISS gecontroleerd neerstorten in een afgelegen deel van de Stille Oceaan – een klus die wordt uitgevoerd door het commerciële ruimtevaartbedrijf SpaceX. SpaceX heeft als taak om het ruimtevaartuig te ontwikkelen dat het ISS uit zijn baan zal brengen en ervoor te zorgen dat het neerstortende gevaarte geen bedreiging vormt voor bewoonde gebieden. Met deze opdracht is een bedrag van 843 miljoen dollar gemoeid. Net als het ruimtestation zal dit ruimtevaartuig tijdens zijn terugkeer in de aardatmosfeer naar verwachting volledig uit elkaar vallen. Het internationale ruimtestation wordt sinds 1998 geëxploiteerd door vijf ruimtevaartorganisaties: CSA (Canada), ESA (Europa), JAXA (Japan), NASA (VS) en Roscosmos (Rusland). Elke organisatie is verantwoordelijk voor het beheer van de door haar aangeleverde hardware. De VS, Japan, Canada en de deelnemende lidstaten van ESA hebben zich ertoe verbonden het station tot 2030 te exploiteren. Rusland trekt zich mogelijk al in 2028 terug. De veilige terugkeer van het ISS is de gezamenlijke verantwoordelijkheid van de vijf ruimtevaartorganisaties. Dat het ruimtestation buiten gebruik wordt gesteld, betekent overigens niet dat NASA en partners hun buitenpost in een lage aardbaan zullen opgeven. Er wordt gezocht naar alternatieven om gebruik te blijven maken van de mogelijkheden die zo’n buitenpost op ruim vierhonderd kilometer boven de aarde biedt. Vandaar dat NASA al in december 2021 drie subsidies uitloofde om de ontwikkeling van commercieel geëxploiteerde ruimtestations in lage aardbanen te stimuleren. In deze ruimtestations zou plek moeten zijn voor vier personen die minimaal dertig dagen aan boord blijven. (EE) (Image credit: ESA)
