Met nieuwe algoritmen en supercomputers is het gelukt om een haarscherpe radiokaart van het heelal te maken.
Nu kunnen sterrenkundigen de radiostraling van sterrenstelsels veel preciezer bekijken.
Dat publiceerden de Leidse promovendus Frits Sweijen en collega’s in Nature Astronomy.
Voor dit doel hebben de onderzoekers het probleem opgelost dat UV-straling in onze atmosfeer het zicht op de ‘radiohemel’ vertroebelt.
Supercomputers in Leiden en Amsterdam zorgden er met hun enorme rekenkracht voor dat dit ook nog vrij snel ging.
De hemelkaart is gemaakt op basis van radiostraling die is opgevangen met de Internationale LOFAR Telescoop.
Dat is een opstelling van tienduizenden antennes, verspreid over een Europees gebied met een diameter van 2000 kilometer, waarmee kosmische radiostraling wordt opgevangen.
De aldus verkregen data worden voor mensen inzichtelijk nadat ze door een computer zijn ‘vertaald’ tot een stralingskaart, een soort foto.
Een probleem bij het maken van scherpe heelalfoto’s met LOFAR is de UV-straling van de zon.
Die vertroebelt onze atmosfeer met geladen deeltjes, ionen geheten, die de radiogolven uit de ruimte verstoren voordat de telescoop ze opvangt.
Met behulp van software die recent is ontwikkeld door het Nederlands Instituut voor Radio-Astronomie ASTRON is de gemeten straling hiervoor gecorrigeerd.
Dat vereiste wel veel computerkracht.
De datacorrectie van het LOFAR-beeldveld gebeurde in 25 gedeelten van elk één volle maan groot.
Dat duurde zeven dagen per gebied. Op één computer zou het dus 7 keer 25, dus 175 dagen kosten om de hele kaart te maken.
Maar met de snelle supercomputers in Leiden (ALICE) en Amsterdam (Spider/SURF) lukte het het in zeven dagen.
Dat betekent dat er nu een snelle manier is om de komende jaren de gehele noordelijke hemel gedetailleerd in kaart te brengen. (EE)
(Image Credit: ASTRON)