Image default

Heeft bruine dwerg W1935 een actieve maan?

Met behulp van de Webb-ruimtetelescoop hebben astronomen infraroodstraling van methaan geregistreerd op een bruine dwergster – een onverwachte ontdekking op zo’n koud en eenzaam hemellichaam, die doet vermoeden dat bruine dwergen net zulke poollichten kunnen vertonen als de planeten Jupiter en Saturnus (Nature). Bruine dwergen zijn zwaarder dan planeten, maar lichter dan sterren. Ze komen veel voor: er zijn er al duizenden ontdekt. Vorig jaar kreeg een team onder leiding van Jackie Faherty, onderzoeker bij het American Museum of Natural History, waarneemtijd op de Webb-ruimtetelescoop om twaalf bruine dwergen te bestuderen. Eén daarvan was W1935, een koude bruine dwerg op 47 lichtjaar afstand, die met hulp van ‘burgerwetenschappers’ is opgespoord. W1935 heeft een oppervlaktetemperatuur van ongeveer 200 graden Celsius – ruwweg oventemperatuur dus. Zijn massa is niet goed bekend, maar ligt waarschijnlijk ergens tussen de zes en 35 Jupitermassa’s. Nadat ze een aantal bruine dwergen met Webb hadden waargenomen, ontdekte het team van Faherty dat W1935 in één opzicht afweek van andere bruine dwergen: het methaangas in zijn atmosfeer zendt infraroodstraling uit – iets dat nog nooit was waargenomen bij een bruine dwerg. Computermodellen lieten zien dat de bruine dwerg waarschijnlijk een temperatuurinversie vertoont – een verschijnsel waarbij de atmosfeer naar boven toe warmer wordt. Temperatuurinversies komen veel voor bij planeten die om sterren draaien, maar W1935 is in zijn eentje en heeft geen duidelijke externe warmtebron. Op zoek naar een verklaring, richtten de onderzoekers zich op de planeten Jupiter en Saturnus, die beide methaan-emissie vertonen én temperatuurinversies hebben. De waarschijnlijke oorzaak voor dit verschijnsel bij de twee reuzenplaneten is poollicht. Daarom veronderstelden de onderzoekers dat ze hetzelfde hadden ontdekt bij W1935. Bekend is dat energierijke deeltjes van de zon een van de belangrijkste oorzaken van poollicht op Jupiter en Saturnus zijn. De wisselwerking tussen deze deeltjes met de magnetische velden en atmosferen van planeten, zorgt ervoor dat de bovenste lagen van de atmosfeer opwarmen. Maar omdat W1935 geen ster in zijn buurt heeft, is er ook geen ‘zonnewind’. Er bestaat echter nog een andere intrigerende mogelijkheid. Zowel Jupiter als Saturnus hebben actieve manen die af en toe materiaal de ruimte in blazen, in wisselwerking staan met hun planeten en het poollicht van deze hemellichamen versterken. Daarom suggereren de wetenschappers nu dat het poollicht op W1935 weleens kan worden veroorzaakt door een actieve, nog te ontdekken maan. Veel meer dan een speculatie is dat overigens niet: er zijn meer waarnemingen nodig om deze mogelijkheid te onderzoeken. (EE) (Image Credit: NASA, ESA, CSA, LEAH HUSTAK (SPACE TELESCOPE SCIENCE INSTITUTE)

 

Ook interessant

RR Lyrae-sterren bevestigen nieuwe Melkwegsatelliet

stipmedia

Er zit geen grote oceaan van magma onder het oppervlak van Jupitermaan Io

stipmedia

Grootste onderzoek van uitdijing heelal lost ‘Hubble-spanning’ niet op

stipmedia

De grootste en oudste inslagkrater op de maan is ronder dan gedacht

stipmedia

Hubble-ruimtetelescoop zoomt in op een beroemde quasar

stipmedia

Ster XX Trianguli vertoont geen regelmatige vlekkencyclus zoals onze zon

stipmedia