Planeetwetenschappers van de Universiteit van Münster hebben twee hypotheses tegen het licht gehouden die betrekking hebben op het grote aantal inslagen op de maan dat 3,9 miljard jaar geleden heeft plaatsgevonden.
Hun conclusie: de golf aan inslagen werd veroorzaakt door het ‘bouwpuin’ dat achterbleef na de vorming van aarde en maan, en niet door ijzige planetoïden en kometen uit het verre buitengebied van ons zonnestelsel (Science Advances).
Het maanoppervlak is bedekt met talrijke kraters die door inslaande planetoïden zijn veroorzaakt.
Ouderdomsbepalingen van maangesteenten die bij deze inslagen zijn gevormd laten een opvallende clustering zijn bij leeftijden van ongeveer 3,9 miljard jaar.
Dat suggereert dat de maan (en onvermijdelijk ook de aarde) ongeveer 500 miljoen jaar na zijn ontstaan het doelwit was van een plotselinge golf van inslagen: het zogeheten late hevige bombardement.
Voor dit late bombardement bestaan twee mogelijke verklaringen.
De ene is dat de inslaande objecten simpelweg het overgebleven materiaal waren van het vormingsproces van aarde en maan.
De andere hypothese stelt dat ongeveer 3,9 miljard jaar geleden een instabiliteit optrad in de omloopbanen van de grote gasplaneten in ons zonnestelsel, die gepaard ging met een plotselinge sterke toename van inslagen van planetoïden en kometen uit het buitengebied van ons zonnestelsel.
Planeetwetenschappers van de Universiteit van Münster (Duitsland) hebben deze hypotheses getoetst door middel van zeer nauwkeurig isotopenonderzoek van 3,9 miljard jaar oude maangesteenten.
Deze stenen bevatten kleine metaalbolletjes die bestaan uit materiaal van de planetoïden die de inslagen hebben veroorzaakt.
Door de isotopensamenstelling van deze bolletjes te analyseren, kunnen onderzoekers vaststellen waar de objecten vandaan kwamen.
De analyse laat zien dat de inslaande objecten niet afkomstig zijn geweest uit het buitengebied van ons zonnestelsel.
Het moet dus gewoon resterend ‘bouwmateriaal’ zijn geweest van de vorming van het aarde-maanstelsel.
Maar waar komt dan die opvallende clustering van inslagen rond 3,9 miljard jaar geleden vandaan?
Volgens de beide auteurs van het onderzoeksverslag, Emily Worsham en Thorsten Kleine, zou de verklaring wel eens kunnen zijn dat het tot nu toe onderzochte maangesteente voor het grootste deel bestaat uit materiaal van één enkel inslagbekken: de Mare Imbrium.
Hebben de grote gasplaneten dan helemaal geen planetoïden en kometen onze kant op gestuurd?
Zeker wel, maar beduidend eerder dan tot nu toe werd aangenomen.
Volgens Worsham en Thorsten hebben de veranderingen in de omloopbanen van de gasplaneten waarschijnlijk plaatsgevonden in de eerste ruwweg 100 miljoen jaar van het zonnestelsel.
En dat betekent dat de aarde en haar naaste buren al relatief vroeg, tijdens hun vorming, met waterrijke objecten uit het buitengebied van ons zonnestelsel zijn bestookt. (EE)
(Image Credit: John van Nerum)