Wetenschappers van het New Horizons-team hebben de eerste resultaten gepubliceerd van de kortstondige verkenning van de verre ijsdwerg MU69 (bijnaam Ultima Thule), die op nieuwjaarsdag 2019 plaatsvond.
Veel van de resultaten zijn in de loop van de afgelopen maanden al bekend geworden, maar eigenlijk is dit nog maar het topje van de ijsberg.
Het leeuwendeel van de gegevens die ruimtesonde New Horizons heeft verzameld moet nog naar de aarde worden overgeseind. En dat kost nog zeker een jaar.
Zoals bekend is MU69 een tweelobbig object, bestaande uit twee zeer verschillende delen.
Vermoedelijk hebben deze ooit om elkaar heen gewenteld, en zijn ze pas later samengesmolten.
Wanneer en hoe dat precies is gebeurd, is onduidelijk.
Zeker is alleen dat het een ‘zachte’ botsing moet zijn geweest.
In het Science artikel bespreken de wetenschappers een aantal van de oppervlaktestructuren van Ultima Thule, waaronder heldere vlekken, heuvels en dalen, en inslagkraters.
De grootste van deze laatste heeft een diameter van acht kilometer, wat reusachtig is voor een object dat maar 36 kilometer lang is.
Enkele kleinere ‘kuilen’ op het oppervlak lijken door instorting te zijn ontstaan of door sublimatie van ijs.
Qua kleur en samenstelling lijkt Ultima Thule veel op andere objecten die in de Kuipergordel voorbij de planeet Neptunus zijn aangetroffen.
Het is rood van kleur, roder zelfs dan Pluto.
Aangenomen wordt dat deze kleur wordt veroorzaakt door de inwerking van kosmische straling op de organische verbindingen op het oppervlak.
New Horizons is inmiddels 6,6 miljard kilometer van de aarde verwijderd, en daar komt elk uur 53.000 kilometer bij.
Hij doet nog steeds waarnemingen van Kuipergordelobjecten, maar alleen van grote afstand. (EE)
