De bijna duizend kilometer grote dwergplaneet Ceres is het grootste object in de planetoïdengordel tussen de planeten Mars en Jupiter. Planeetwetenschappers vragen zich al jaren af of zij daar ter plekke is ontstaan. Ceres zou eventueel ook uit het buitengebied van ons zonnestelsel afkomstig kunnen zijn, en later naar binnen zijn gemigreerd. Een onderzoeksteam van het Max-Planck-Institut für Sonnensystemforschung (Duitsland) trekt dit laatste scenario nu in twijfel. Reden: de ontdekking van ammonium-rijke afzettingen in en rond de Consus-krater op Ceres. Ceres is een buitenbeentje in de planetoïdengordel. Met een middellijn van ongeveer 960 kilometer is zij niet alleen het grootste object tussen de banen van Mars en Jupiter: anders dan haar talrijke kleine metgezellen vertoont zij een uiterst complexe en gevarieerde geologie. Zo ontdekte NASA-ruimtesonde Dawn tussen 2015 en 2018 wijdverspreide afzettingen van ammonium op haar oppervlak. Normaal gesproken is ammonium echter alleen stabiel in het koude buitengebied van ons zonnestelsel: elders verdampt het snel. Daarom dachten veel wetenschappers dat Ceres wellicht uit een koudere omgeving afkomstig was. Maar het nieuwe onderzoek spreekt dit tegen. Gegevens die de Dawn-sonde heeft verzameld wijzen erop dat Ceres het toneel is – of tot voor kort is geweest – van cryovulkanisme: een vorm van vulkanisme waar geen magma bij komt kijken, maar half-bevroren water. Zo zijn op de bodem van diverse inslagkraters lichtgekleurde zoutafzettingen aangetroffen. En in het geval van de krater Consus lijkt het om ammonium te gaan. De aanwezigheid van ammonium hoeft dus niet te betekenen dat Ceres uit het buitengebied van het zonnestelsel afkomstig is. Volgens de Duitse onderzoekers waren de bestanddelen van ammonium al aanwezig in het oorspronkelijke bouwmateriaal van Ceres. Omdat ammonium zich niet bindt aan de meeste materialen die in de mantel van Ceres voorkomen, hoopte het zich in de loop van de miljarden jaren op in een dikke laag pekel tussen de mantel en de korst van de dwergplaneet. Door cryovulkanische activiteit steeg de ammoniumrijke pekel herhaaldelijk naar de oppervlakte. Mogelijk hebben de mineralen in de korst van Ceres het ammonium daarbij als een soort spons geabsorbeerd. Bij inslagen, zoals die op de plek van de Consus-krater is dit materiaal vervolgens bloot komen te liggen. (EE) (Image credit: NASA/JPL-Caltech)