Image default

Dubbele opvlammingen in het Melkwegcentrum

De hoogste sterdichtheid in sterrenstelsels wordt gevonden rond het superzware zwart gat dat zich in hun centrum bevindt. Die is daar veel hoger dan in alle andere sterrenconcentraties. Door deze zeer hoge dichtheid kunnen sterren en stellaire zwarte gaten (de overblijfselen van zware, kortlevende sterren) elkaar op heel korte afstanden passeren. Amerikaanse astronomen hebben nu ontdekt dat dit tot een interessant nieuw verschijnsel leidt. Als een ster tijdens zo’n nauwe passage als gevolg van getijden krachten door het (veel kleinere) stellaire zwart gat uiteen wordt getrokken, wordt een deel van de stermaterie door het zwart gat meegesleurd en kort daarna opgeslokt. Dit zwarte gat vlamt dan op. De rest van de uit-eengetrokken ster blijft zelfstandig als een wolk rond het centrale, superzware zwart gat draaien, dat dit restant later ook weer opslokt. Ook dat veroorzaakt een opvlamming. Taeho Ryu en collega’s hebben dit proces voor uiteenlopende omstandigheden rond het superzware zwart gat in het Melkwegstelsel – en andere sterrenstelsels – doorgerekend. Daaruit blijkt dat in de meeste gevallen de helft van de stermaterie met het stellaire zwart gat mee beweegt en daar al binnen een dag door wordt opgeslokt. Dit veroorzaakt dan vanaf de aarde gezien een heldere flits van röntgen- en gammastraling die doet denken aan een extreem lange gammaflits. Van dit type uitbarsting is al eerder gesuggereerd dat daar een stellair zwart gat de oorzaak van zou kunnen zijn.
De tweede opvlamming, bij het superzware zwart gat, is wat zwakker maar duurt langer. Wanneer die plaatsvindt hangt onder andere af van de baan van de wolk van stermaterie. Als die baan een grote hoek maakt met het vlak van de schijf rondom het zwart gat, zou de tweede opvlamming al binnen een jaar kunnen plaatsvinden, maar meer dan een eeuw bij meer vlakke banen. Dit nieuwe – en volgens de astronomen nog niet eerder gepubliceerde – verschijnsel zal dus niet alleen nieuwe inzichten kunnen geven in wat zich in het Melkwegcentrum afspeelt, maar ook hoofdbrekens opleveren. Want hoe kunnen twee verschillende opvlammingen naderhand met elkaar in verband worden gebracht? (GB/Astrophysical Journal Letters 965: L25) (Image credit: ESO/S. Gillessen et al)

Ook interessant

Sterrenstelsel NGC 1052 is een geschikt doelwit voor de Event Horizon Telescope

stipmedia

Planeet-vormende schijven leefden langer in het vroege heelal

stipmedia

Heeft exoplaneet Trappist-1 b toch een atmosfeer?

stipmedia

Zonachtige sterren produceren vaker ‘supervlammen’ dan gedacht

stipmedia

Korte flirt van 2024 PT5 met de aarde

stipmedia

RR Lyrae-sterren bevestigen nieuwe Melkwegsatelliet

stipmedia