Image default

Dit kleine sterrenstelsel beantwoordt grote vragen

Het sterrenstelsel Leo P, een kleine buur van ons Melkwegstelsel, stelt astronomen in staat om meer te weten te komen over de vorming van sterren en de groei van sterrenstelsels. Bij een onderzoek dat vandaag in The Astrophysical Journal is gepubliceerd heeft een team onder leiding van Kristen McQuinn (Rutgers University, VS) vastgesteld dat Leo P sterren produceerde toen veel andere kleine sterrenstelsels dat niet deden. Leo P, een dwergsterrenstelsel op zo’n 5,3 miljoen lichtjaar van de aarde, werd in 2013 ontdekt door McQuinn en andere wetenschappers. Het kleine stelsel is ver genoeg verwijderd van de Lokale Groep – een samenscholing van sterrenstelsels waartoe ook de Melkweg behoort – om niet de worden verstoord door de zwaartekracht van grotere sterrenstelsels. Het stelsel, dat van ons uit gezien in het sterrenbeeld Leeuw staat, heeft ruwweg de grootte van een gewone sterrenhoop en is ongeveer even oud als de Melkweg. De ‘P’ in zijn naam staat voor ‘pristine’ oftewel ‘ongerept’, omdat het stelsel maar heel weinig chemische elementen bevat die zwaarder zijn dan waterstof en helium. Voor hun nieuwe studie hebben McQuinn en haar team Leo P onder de loep genomen met de Webb-ruimtetelescoop. Omdat de sterren die met deze telescoop zijn waargenomen ongeveer 13 miljard jaar oud zijn, kunnen ze worden beschouwd als ‘fossiele overblijfselen’ van de stervorming die vroeger in het stelsel heeft plaatsgevonden. De astronomen hebben vastgesteld dat Leo P al vroeg sterren vormde, maar er vervolgens een paar miljard jaar mee ophield. Deze ‘pauze’ trad op tijdens een periode die het reïonisatietijdperk wordt genoemd. Dit tijdperk, dat door astronomen wordt gezien als een belangrijke periode in de geschiedenis van het heelal, vond plaats tussen ongeveer 150 miljoen en een miljard jaar na de oerknal. Gedurende deze periode ontstonden de eerste sterren en sterrenstelsels. Nadien duurde het een paar miljard jaar voordat Leo P weer opbloeide en nieuwe sterren begon te vormen. ‘We hebben vergelijkbare metingen van slechts drie andere sterrenstelsels – allemaal verafgelegen van de Melkweg – en die vertonen een vergelijkbaar patroon,’ zegt McQuinn. ‘Waarnemingen van dwergsterrenstelsels binnen de Lokale Groep laten echter zien dat de sterproductie in dit tijdperk juist stilviel.’ Volgens McQuinn wijzen de verschillen tussen de sterproducties van dwergsterrenstelsels er sterk op dat het niet alleen de massa van een sterrenstelsel op het moment van reïonisatie is die bepaalt of de stervorming zal stilvallen. Ook zijn omgeving – dat wil zeggen: of het stelsel alleen is of om een groter stelsel draait – is een belangrijke factor. De onderzoekers hebben ook ontdekt dat Leo P veel minder zware elementen bevat als onze zon. Daarmee lijkt hij veel op de oerstelsels in het vroege heelal. (EE) (Image credit: Kristen McQuinn/NASA’s Webb Space Telescope)

Ook interessant

Blik op oneindig: Hubble-ruimtetelescoop viert zijn 35ste verjaardag

stipmedia

Astronomen ontdekken het oudst bekende spiraalstelsel in het heelal

stipmedia

Astronomen ontdekken planeet in loodrechte baan om dubbelster

stipmedia

Draait ons heelal?

stipmedia

Methaan op Mars: louter een illusie?

stipmedia

Raadsel van de schaarse koolstofrijke meteorieten lijkt opgelost

stipmedia