Astrofoto onder de loep
Door Leo Aerts Image Credit: Leo Aerts
De zuidelijke hooglanden van de maan zijn dicht bezaaid met elkaar deels overlappende kraters. Dat wijst op een hoge ouderdom. Zo wordt de leeftijd van Clavius, de grootste walvlakte op de afbeelding en deels gehavend door latere inslagen, geschat op 3,9 miljard jaar. Genoemd naar de Duitse wiskundige, astronoom en jezuïet Christopher Clavius (1538-1612), is de krater na Bailly de grootste walvlakte op de voorzijde van de maan. Door de ligging vrij dicht bij de maanrand lijkt Clavius enigszins ovaalvormig. Met een diameter van 235 km is de walvlakte haast even groot als Zwitserland! Clavius heeft een diepte van 3500 meter en een kraterwal die 1600 meter boven de omgeving uitsteekt. Met deze afmetingen volgt de kraterbodem de kromming van het maanoppervlak en een astronaut zou vanuit het middelpunt van de krater de ringwal niet kunnen zien.
De binnenwanden van de ringwal zijn brokkelig met talrijke kloven, verzakkingen, kratertjes en vlakke gedeelten.
De terrasvormige verzakkingen ontstonden kort na de inslag waarvan Clavius het litteken is, toen de binnenrand van de kraterwal veel steiler en daardoor instabiel was. Merk ook op dat de binnenkant van het oostelijk deel van de ringwal (links) steiler is dan die in het westen. Op het oostelijk deel van de ringberg liggen de jongere inslagkraters Porter (boven) en Rutherfurd, beide met een diameter van 51 kilometer en prominente centrale
bergen die bij Clavius veel minder ontwikkeld is. Centrale bergen zijn het resultaat van het herstel van het hydrostatisch evenwicht van de kraterbodem, die door de inslag enorm in elkaar gedrukt werd. Bij zeer lage lichtinval zijn Porter en Rutherford zichtbaar als opvallende lichtringen.
Op de westelijke kraterwal vallen Clavius K (boven) en L op. De bodem van Clavius bestaat uit een verzameling van dekens van uitgeworpen materiaal, heuveltjes, lage ruggen en talrijke kraters en kratertjes. Het meest opvallend is de boogvormige kraterrij met van links naar rechts Clavius D, C, N en J, variërend in grootte van 20 km tot 30 kilometer, kraterdieptes van 2200 tot 2300 meter, buitenhoogten tot 950 meter en steile, doorgroefde binnenwanden.
In het zuidwesten (rechtsboven) grenst de krater Blancanus aan Clavius, vernoemd naar de Italiaanse wiskundige, geograaf, astronoom en jezuïet Guiseppe Biancani (1566-1624). De 105 kilometer grote krater heeft prachtige, verweerde terrasvormige binnenwanden. Het bodem-wandcontact is heuvelachtig en de vlakke kraterbodem wordt gesierd door kraterputjes, heuveltjes en een centraal heuvelcomplex.
Deze opname van Clavius en zijn omgeving dateert van 25 augustus 2016 en werd gemaakt met een Celestron 14″ Schmidt-Cassegraintelescoop, roodfilter en webcam ASI 290MM. De seeing was zeer goed. Het oplossend vermogen van 0,33” van deze telescoop werd volledig gehaald, wat voor de Benelux zeer uitzonderlijk is.