Image default

De onmetelijkheid van het heelal – heelal immens groot

Dat het heelal immens groot is, dat is duidelijk.

Maar hoe groot is dat heelal nu precies?
Immers, “groot” is een relatief begrip. Voor ons mensen is een giraf groot, en voor een mier zijn wij als mensen gigantisch groot.
De diameter van onze Aarde is zo’n 12.700 kilometer.
Dat betekent dat we een cirkel rond de Aarde zouden kunnen maken met ongeveer 7,5 miljoen mensen aan elkaar vastgeplakt.
De grootste planeet in ons zonnestelsel, Jupiter, heeft een diameter van 143.00 kilometer; maar liefst 110 keer de Aarde.
Onze Zon is nog een flink stuk groter met een diameter van 1,4 miljoen kilometer.
Als we gaan kijken naar afstanden, dan komen we ook uit op duizelingwekkende cijfers.
De afstand Aarde-Zon bedraagt ongeveer 150 miljoen kilometer.
Als we gaan kijken naar de afstanden van andere planeten tot de Zon, dan zien we enorme contrasten: de planeet die zich het dichtst bij de Zon bevindt, Mercurius, bevindt zich op “slechts” 58 miljoen kilometer van de Zon, terwijl de verste planeet, Neptunus, een afstand van 4,5 miljard kilometer te overbruggen heeft.
Deze cijfers vallen echter in het niet als we buiten ons zonnestelsel gaan kijken.

Onze Zon is een zogenaamde witte of gele dwerg.

Deze klasse sterren komt veelvuldig voor.
Het zijn echter – zoals de naam al zegt – eerder kleine sterren.
Maar wat is de Zon nietig als we haar gaan vergelijken met rode reuzen zoals Arcturus (sterrenbeeld Boötes), Aldebaran (Stier) en Betelgeuse (Orion)! De grootst bekende ster tot nu toe is VY Canis Maioris (Grote Hond).
Het houdt echter niet op bij de sterren. Onze Zon is een ster, slechts één van de honderd à vierhonderd miljard sterren in onze Melkweg.
De Melkweg is een sterrenstelsel, een verzameling van miljarden sterren die heel vaak ook nog eens planetenstelsels herbergen.
De dichtstbijzijnde ster in onze Melkweg is Proxima Centauri. Deze staat ongeveer 4,24 lichtjaar van de Aarde vandaan.
Dat lijkt misschien niet veel, maar bedenk dat een lichtjaar maar liefst 9,461 biljoen km bedraagt.
Zoals de naam al doet vermoeden is een lichtjaar de afstand die het licht in één jaar aflegt.
Stel dat we de Voyager I, een ruimtesonde die zich inmiddels ver buiten de baan van Pluto bevindt, opnieuw op koers naar Proxima Centauri zouden zetten op zijn allerhoogste snelheid, dan zou deze er alsnog meer dan 70.000 jaar over doen om onze meest nabije buur een bezoekje te brengen.

Zon en andere sterren
De zon links in het midden als mini stipje op de afbeelding

Net zoals onze Zon eigenlijk een doorsnee ster is, is onze Melkweg ook een doorsnee sterrenstelsel.
Wij bevinden ons in de Lokale Groep met nog zo’n 53 andere sterrenstelsels, waaronder ook de beroemde Andromedanevel.
De Andromedanevel is onze dichtstbijzijnde buur in de Lokale Groep. Deze bevindt zich op “slechts” 2,5 miljoen lichtjaar van ons.
Als u dus door een telescoop naar de Andromedanevel kijkt, dan kijkt u theoretisch gezien 2,5 miljoen jaar terug in de tijd.
Zo lang doet het licht er namelijk over om ons oog op Aarde te bereiken.
Als we nog verder gaan uitzoomen, dan zien we dat onze Lokale Groep maar een klein onderdeeltje is van een grotere supercluster, namelijk de Virgo Supercluster.

De Lokale Groep is een klein

Onbeduidend groepje in deze cluster waar minstens nog honderd andere groepen met sterrenstelsels in voorkomen.
Maar de Virgo Supercluster is op haar beurt weer een deel van een nog groter geheel.
In de Laniakea Supercluster bevinden zich maar liefst 100.000 sterrenstelsels.
Het valt bijna niet meer te bevatten. Pas op een plaatje van de Hubble Space Telescope wordt het duidelijk hoeveel sterrenstelsels het universum bevat.

Melkweg en de zon
De zon aangegeven in de Melkweg
Want ook de Laniakea Supercluster

Is slechts een onderdeel van wat we het “waarneembaar heelal” noemen.
Dat is misschien een beetje een misleidende term.
Immers, “waarneembaar” betekent zoiets als “alles wat we kunnen zien”, maar dat is uiteraard niet de limiet.
De vraag is wat er daar achter ligt.

We moeten er namelijk rekening mee houden dat in sommige gevallen het licht nog niet genoeg tijd gehad heeft om ons te bereiken, en ook dat het licht van sommige objecten ons nooit zal bereiken, omdat deze zich in snel tempo van ons verwijderen.

Ook moeten we ons realiseren dat in het waarneembaar heelal meer sterren bestaan dan er zandkorrels zijn op de hele planeet Aarde.
We mogen echter niet vergeten dat het waarneembaar heelal slechts een fractie is van de werkelijke omvang van het heelal.
Of we er ooit achter zullen komen hoe groot het heelal daadwerkelijk is, dat is nog maar de vraag.
Wel kunnen we stellen dat wij eigenlijk onbeduidend klein zijn in het onmetelijke heelal.
Carl Sagan noemde onze blauwe planeet niet voor niets “a pale blue dot”, want zo ziet onze planeet eruit vanuit de ruimte: een vaag bleekblauw stipje.

En niets meer dan dat. (Debbie Mahieu)

Ook interessant

Astronomen maken eerste close-up foto van een ster buiten ons Melkwegstelsel

stipmedia

Marsmaantjes Phobos en Deimos zijn mogelijk overblijfselen van een planetoïde

stipmedia

Nieuwe data bevestigen: donkere energie is niet constant, maar dynamisch

stipmedia

Zwarte gaten ‘erven’ hun magnetische velden van hun ouders

stipmedia

Dubbele zwaartekrachtlens kan licht werpen op de uitdijing van het heelal

stipmedia

Gesteenten die Chinese maanlander Chang’e-6 naar aarde bracht zijn verrassend ‘jong’

stipmedia