Onderzoek onder leiding van wetenschappers van de Universiteit van Maryland (VS) wijst erop dat het Zuidpool-Aitken-bekken op de maan ronder is dan tot nu toe werd aangenomen. Dat betekent dat het object dat de krater miljarden jaren geleden heeft veroorzaakt mogelijk onder een veel stompere hoek is ingeslagen dan gedacht (Earth and Planetary Science Letters, 28 november). Jarenlang zijn planeetwetenschappers ervan uitgegaan dat het Zuidpool-Aitken-bekken is ontstaan door een object dat onder een scherpe hoek op de maan is ingeslagen, ongeveer zoals een steen die over het water stuitert. Als dat inderdaad zo is, zullen zich maar heel weinig brokstukken van de inslag over de zuidpool van de maan hebben verspreid. Maar volgens het nieuwe onderzoek is dat lang niet zeker. ‘Vanwege zijn enorme omvang laat het Zuidpool-Aitken-bekken zich maar moeilijk als geheel bestuderen. Daarom zijn wetenschappers nog steeds bezig om zijn vorm en grootte te bepalen. Bovendien zijn er sinds de vorming van het bekken vier miljard jaren verstreken, en hebben latere inslagen zijn oorspronkelijke uiterlijk verdoezeld,’ aldus Hannes Bernhardt, hoofdauteur van het nieuwe onderzoeksverslag. ‘Ons onderzoek stelt veel van de bestaande ideeën over deze grote inslag op de proef.’ Met behulp van nauwkeurige meetgegevens van de Lunar Reconnaissance Orbiter van NASA hebben Bernhardt en zijn team een innovatieve benadering ontwikkeld om de complexe structuur van het Zuidpool-Aitken-bekken te begrijpen. Ze identificeerden en analyseerden meer dan tweehonderd bergformaties rond het bekken, waarvan het vermoeden bestaat dat het oude overblijfselen zijn van de oorspronkelijke inslag. Op basis van de verdeling en de vormen van deze bergachtige structuren, realiseerde het team zich dat de inslag een meer cirkelvormige krater zou hebben moeten vormen, van waaruit grote brokken gesteente over het maanoppervlak, inclusief het zuidpoolgebied, werden verspreid. ‘Een rondere vorm wijst erop dat het maanoppervlak onder een meer verticale hoek is getroffen’, zegt Bernhardt. ‘Dit impliceert dat de brokstukken van de inslag gelijkmatiger over de maan zijn verspreid dan oorspronkelijk werd gedacht, en dat toekomstige astronauten of robotverkenners in het Zuidpoolgebied wellicht op gesteenten van diep in de mantel of korst van de maan zullen stuiten – gesteenten waar we normaal gesproken niet bij kunnen.’ Zulke gesteenten kunnen cruciale inzichten verschaffen over de chemische samenstelling van de maan en de theorie helpen onderbouwen over hoe de maan kan zijn ontstaan door een botsing tussen de aarde en een ander object van planetaire afmetingen. Recent heeft de Indiase maanverkenner Chandrayaan-3 nabij de zuidpool van de maan inderdaad mineralen ontdekt die uit mantelmateriaal lijken te bestaan, wat in overeenstemming is met een meer verticale inslag. (EE) (Image credit: Hannes Bernhardt)