ASTROFOTO ONDER DE LOEP
Door René Weenink en Servé Vaessen
Nu zonnevlekkencyclus 25 goed op gang is gekomen, kunnen astrofotografen hun hart ophalen aan actieve gebieden op onze ‘dagster’.
Zo was er op 14 juni een groot actief gebied op de zon te zien, met onder andere AR 3030, AR 3032 en AR 3033.
René Weenink fotografeerde het gebied in Hα. Op die golflengte, 656 nanometer, zien we niet het zonsoppervlak of fotosfeer, maar de chromosfeer: de onderste 3000 kilometer van de zonneatmosfeer.
Hier neemt de temperatuur vanaf de top van de fotosfeer toe van 4500 K tot 35.000 K.
De oorzaak van deze temperatuurtoename met toenemende hoogte boven het zonsoppervlak is nog steeds een raadsel, maar hangt waarschijnlijk samen met magneetvelden op de zon.
Door de hoge temperatuur in de chromosfeer zien we de spectraallijnen van de zon daar vooral in emissie, waarvan de Hα-lijn van waterstof, in het rode deel van het spectrum, de meest opvallende is.
Zij geeft de chromosfeer zijn purperrode kleur, goed zichtbaar tijdens een totale zonsverduistering als het veel fellere licht van de fotosfeer door de maan wordt afgedekt.
In Hα zijn allerlei bijzondere structuren in de chromosfeer zichtbaar.
Allereerst vallen de streepachtige structuren op, die lijken op de vacht van een dier.
Het zijn spicules, enkele duizenden kilometers lange jets van plasma waarin geïoniseerd gas met snelheden van tientallen kilometers per seconde naar boven schiet.
Zij hebben een levensduur van slechts enkele minuten. De lichte vlekken worden plages genoemd en hangen samen met magneetvelden, behorende bij actieve gebieden op de zon.
Magnetische activiteit zorgt ervoor dat het gas hier extra verhit wordt, met een sterkere Hα-emissie als gevolg.
Plages mogen niet verwisseld worden met faculae (zonnefakkels): heldere gebieden in de fotosfeer.
Wel gaan plages en zonnefakkels vaak samen. Rechts van het midden is een zonnevlek te zien, met links en onder lange sliertachtige structuren.
Zij staan bekend als filamenten en worden gevormd door relatief dicht gas boven het zonsoppervlak dat ‘gedragen’ wordt door boogvormige magneetvelden die vanuit de fotosfeer oprijzen.
Omdat het gas in de filamenten relatief koel is, overheerst in onze kijkrichting de absorptie van de waterstofatomen.
Daarom steken ze donker af tegen de achtergrond van de Hα-emissie van de chromosfeer.
Filamenten die zich, van ons uit gezien, boven de zonsrand verheffen nemen we tegen de donkere hemelachtergrond waar als heldere wolken in emissie en we spreken dan van protuberansen.
Bij filamenten en protuberansen gaat het dus om hetzelfde verschijnsel.
Omdat het hete gas in de chromosfeer grotendeels geïoniseerd is, wordt de structuurrijkdom van deze onderste laag van de zonneatmosfeer bepaald door magneetvelden.
René gebruikte voor deze opname een D-ERF-filter, Canon 600 mm f/4,0 telelens, 2× Canon extender, Quark Chromosphere-filter, PST etalon, 35 nm Hα filter en een ASI 174 mm monochrome camera.
Hij kon het afgebeelde gebied niet in één opname vangen en voegde daarom vier opnamen samen tot dit mozaïek. De kleur is kunstmatig toegevoegd.
(Uit Zenit september 2022)