Miranda, de kleinste van de vijf grote satellieten van Uranus, is na Venus het enige hemellichaam in het zonnestelsel met zogeheten corona’s. Het gaat hierbij om een drietal ovale tot trapeziumvormige structuren van ruim 200 kilometer groot die in 1986 door de passerende Voyager 2 werden gefotografeerd. Ze heten Elsinore, Arden en Inverness en zouden in de afgelopen miljard jaar zijn ontstaan. Hoe dat ontstaan in zijn werk ging is nog steeds onduidelijk. Volgens de ene theorie zou er ooit materiaal uit het inwendige zijn opgestegen en werd zo het oppervlak vervormd. Volgens een tweede theorie zou op Mimas een inslag hebben plaatsgevonden, waardoor het oppervlak juist werd ingedeukt of Miranda zelfs uiteen zou zijn gevallen, om later weer samen te klonteren. Om het mechanisme te kunnen ophelderen hebben Amerikaanse onderzoekers eerst een nieuwe, gedetailleerde geologische kaart van Corona Inverness samengesteld. Zij maakten hierbij gebruik van ‘opgepoetste’ Voyager-opnamen en een digitaal hoogtemodel van dit gebied. Op basis van de nieuwe kaart werd de mogelijke opeenvolging afgeleid van de geologische processen die dit gebied zouden kunnen hebben gevormd. Daaruit bleek dat dit het beste ging via het opstijgen van materiaal uit het inwendige. De oorzaak van deze opstijging zou de opwarming van het inwendige door een baanresonantie met Miranda’s grotere broer Umbriel kunnen zijn geweest. Als hun omlooptijden gedurende een bepaalde periode een eenvoudige verhouding met elkaar vormen, trekken ze elkaar periodiek wat sterker aan en wordt hun inwendige door getijdenkrachten gekneed c.q. warmer. Daardoor kan lichter materiaal opstijgen. De drie corona’s op Miranda zouden dan tijdens verschillende baanresonanties zijn ontstaan. Opmerkelijk genoeg suggereren de onderzoekers dat ook de spanningen als gevolg van het dikker worden van de ijskorst aan het ontstaan van de corona’s kan hebben bijgedragen. Die verdikking zou hebben plaatsgevonden tijdens het afkoelen van het inwendige na de opwarming door getijdenkrachten. Hoe het ook zij, in beide gevallen zou Umbriel de aanzet daartoe hebben gegeven. (GB/Planetary Science Journal 4: 235) (Image Credit: NASA/JPL)