Nieuw onderzoek wijst erop dat de grote brokken woestijnglas in de Chileense Atacama-woestijn minuscule fragmenten bevatten met mineralen die veelal te vinden zijn in gesteenten van buitenaardse oorsprong.
De mineralen vertonen sterke overeenkomsten met het materiaal dat naar de aarde is gebracht door NASA-ruimtesonde Stardust, die deeltjes van de komeet Wild 2 heeft opgevangen.
Volgens de onderzoekers is het glasachtige gesteente waarschijnlijk ontstaan door de intense hitte die vrijkwam bij de explosie van een komeet, vlak boven het aardoppervlak (Geology).
Het woestijnglas wordt slechts op bepaalde plekken in de hooggelegen Atacama-woestijn aangetroffen.
De velden van donkergroen en zwart glas beperken zich tot een strook die zich over een afstand van ongeveer 75 kilometer uitstrekt.
Er zijn geen aanwijzingen dat het glas door vulkanische activiteit is ontstaan, dus de oorsprong ervan was lange tijd een mysterie.
Sommige wetenschappers denken dat het glas is ontstaan door omvangrijke grasbranden, in de tijd dat de Atacama nog geen woestijn was.
Tijdens het pleistoceen waren er oases met bomen en grasrijke draslanden, ontstaan door rivieren die vanuit de bergen in oostelijke richting stroomden.
Er zijn aanwijzingen dat wijdverspreide branden heet genoeg kunnen zijn geweest om de zanderige grond te doen smelten tot plakken glas.
Het nieuwe onderzoek laat echter zien dat het woestijnglas kenmerken vertoont die zich niet met grasbranden laten verklaren.
Het glas heeft vervormingen ondergaan, is gerold en zelfs opgeworpen terwijl het nog in gesmolten toestand was.
Dat past veel beter bij een explosief verschijnsel dat met krachtige drukgolven gepaard ging.
Ook de mineralogische samenstelling van het glas roept twijfels op over het idee van de grasbranden.
Bij een nauwgezette chemische analyse van verzamelde glasafzettingen werden mineralen aangetroffen die aan temperaturen van meer dan 1600 graden Celsius hebben blootgestaan, veel heter dan een grasbrand.
Bovendien bevat het glas ook exotische mineralen die op aarde niet voorkomen.
Volgens de onderzoekers wijst alles erop dat er een komeet boven het gebied is ontploft.
Maar onduidelijk is nog wanneer dat is gebeurd.
Voorlopig houden onderzoeksleider Pete Schultz (Brown University) en zijn collega’s het erop dat de luchtdetonatie heeft plaatsgevonden rond de tijd, ruwweg 12.000 jaar geleden, dat de grote zoogdieren uit de regio verdwenen.
Of er een oorzakelijk verband tussen beide gebeurtenissen bestaat, zal verder onderzoek moeten uitwijzen. (EE)
(Image Credit: P.H. Schultz, Brown University)