Op oude opnamen van de Hubble-ruimtetelescoop zijn meer dan duizend voorheen onbekende planetoïden ontdekt, niet door professionele astronomen, maar door burgerwetenschappers en een machine-learning module (Sky&Telescope).
De afgelopen dertig jaar zijn honderdduizenden deep-sky-opnamen in de Hubble-archieven terechtgekomen.
In sommige gevallen trokken kleine planetoïden tijdens het maken daarvan door het beeldveld van de ruimtetelescoop, waardoor ze een vaag spoor achterlieten op de foto.
Zulke planetoïdensporen zijn doorgaans gebogen, omdat Hubble zelf ook beweegt in zijn baan om de aarde.
In 1998 hebben Robin Evans en Karl Stapelfeldt (beiden van het Jet Propulsion Laboratory) al tientallen planetoïden ontdekt door Hubble-beelden visueel te inspecteren.
Maar sindsdien had niemand nog een systematische zoekactie ondernomen. Sandor Kruk (Max-Planck Institut für extraterrestrische Physik, Duitsland) en Pablo García Martín (Autonome Universiteit van Madrid, Spanje) zijn in dat gat gesprongen.
Voortbouwend op Kruks ervaring met GalaxyZoo, een burgerwetenschapsprogramma dat oorspronkelijk werd ontwikkeld om astronomen te assisteren bij het classificeren van sterrenstelsels, ontwikkelden zij een vergelijkbaar programma onder de naam Hubble Asteroid Hunter, en riepen zij de hulp in van duizenden vrijwilligers van over de hele wereld.
Kruk en zijn collega’s selecteerden 37.323 Hubble-opnamen die de afgelopen 20 jaar zijn gemaakt.
Ze ‘knipten’ de beelden in vier kwarten, die elk door tien vrijwilligers werden geïnspecteerd.
Uiteindelijk zijn ruim 144 duizend kwadranten door 11.482 vrijwilligers uitgeplozen.
Dat leverde in totaal 1,78 miljoen afzonderlijke classificaties op, gemiddeld 155 per persoon.
Door al deze gegevens kritisch te vergelijken en te combineren, kwam het team uit op 1488 potentiële planetoïdensporen.
Ondertussen voerde het team van Kruk de gerapporteerde classificaties aan een machine-learning module, ontwikkeld in samenwerking met wetenschappers van Google.
Na voldoende training herontdekte het algoritme ongeveer tweederde van de sporen die de burgerwetenschappers hadden ontdekt.
Bovendien ontdekte het algoritme nog eens bijna duizend nieuwe sporen op opnamen die nog door niemand waren bekeken.
Nadat bij een laatste check de nodige foute identificaties waren geschrapt, bleven er uiteindelijk 1701 echte planetoïdensporen over.
Daarvan konden er 670 worden toegeschreven aan reeds bekende objecten.
De resterende 1031 sporen zijn waarschijnlijk veroorzaakt door nog onbekende planetoïden.
Verder onderzoek zal moeten uitwijzen hoe groot ze ongeveer zijn en op welke afstanden ze zich bevinden. (EE)
(Image Credit: ESA/Hubble & NASA/M. Thévenot (@AstroMelina)