In het begin van de vorige eeuw bouwde de Est-Duitse opticus en (amateur)sterrenkundige Bernhard Schmidt een spiegeltelescoop met
een heel groot beeldveld en vrij van optische fouten.
Hij presteerde dat met één hand.
Door George Beekman
In Schmidts tijd was er grote behoefte aan een fotografische telescoop, ofwel een astrocamera, met een groot beeldveld.
Daarmee zouden astronomen sneller extragalactische sterrenstelsels kunnen inventariseren, waarvan het aantal ontdekte objecten toen exponentieel toenam.
Spiegeltelescopen met een parabolische spiegel boden slechts een klein beeldveld doordat lichtpunten buiten de optische as als gevolg van coma komeetvormig werden uitgerekt.
Dit coma-effect kon weliswaar met een sferische spiegel worden voorkomen, maar dan trad sferische aberratie op.
Licht dat aan de rand van de spiegel wordt gereflecteerd heeft een ander brandpunt dan licht vanuit het centrum, wat een onscherp beeld geeft.
Dus werd er naarstig gezocht naar mogelijkheden om beide beeldfouten op te heffen en de meest doeltreffende oplossing werd gevonden door Bernhard Voldemar Schmidt.
Schmidt was op 30 maart 1879 geboren op Nargen (Naissaar), een eilandje voor de kust van het toen Russische Estland.
Hij was zwijgzaam en teruggetrokken, maar tevens nieuwsgierige en inventief.
In 1895 werd hij radiotelegrafist op het kustwachtstation van Reval (Tallin), daarna fotoretoucheur en vervolgens werknemer bij een bedrijf voor elektrische instrumenten.
Hij kreeg belangstelling voor sterrenkunde en studeerde optica en technische wetenschappen.
In 1901 bouwde Schmidt in het Duitse Mittweida een waarnemingsruimte annex werkplaats waar hij optische instrumenten bouwde en spiegels en lenzen sleep om in zijn onderhoud te kunnen voorzien.
Al snel werd hij bekend onder amateurs en ook bij grote sterrenwachten, waarvoor hij nieuwe spiegels sleep en bestaande optiek verbeterde.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog stond dit op een laag pitje en werkte hij aan de ontwikkeling van periscopen en zeilboten die zich met een propeller voortbewogen.
In 1927 werd Schmidt ‘vrijwillig medewerker’ op de sterrenwacht van Hamburg in Bergedorf, waar hij ook zijn beroemde spiegeltelescoop ontwikkelde.
Schmidt ontdekte hoe hij de sferische aberratie van een spiegel kon corrigeren.
Hij plaatste daartoe in het krommingsmiddelpunt een dunne glasplaat die als lens fungeerde en een zodanige vorm had dat hij de sferische aberratie van de hoofdspiegel volledig ophief.
Wel ontstond hierdoor een geringe chromatische aberratie, ofwel kleurschifting, maar die kon binnen toelaatbare grenzen worden gehouden.
De Schmidtcorrector werd gemaakt door een planparallelle glasplaat door middel van onderdruk iets te vervormen, waarna de bovenzijde weer vlak werd geslepen en gepolijst.
Als daarna de onderdruk werd weggenomen, nam de correctorlens precies de vereiste, berekende vorm aan.
Schmidt bouwde zijn eerste Schmidt camera, met een opening van 36 centimeter en een beeldveld van 15°, in 1930.
De fotografische opnamen bleken verbazingwekkend goed.
Dat was des te opmerkelijker omdat hij veelal simpele apparatuur gebruikte en alles met zijn linkerhand deed.
Zijn rechterhand had hij op vijftienjarige leeftijd tijdens een experiment met buskruit verloren.
In 1932 publiceerde Schmidt in 1932 in de Mitteilungen van de sterrenwacht een kort artikel over zijn Lichtstarkes komafreies Spiegelsystem mit kurzer Brennweite.
Drie jaar later, op 1 december 1935, overleed hij in Hamburg.
Het was vooral te danken aan de sterrenkundige Walter Baade, een collega van hem in Bergedorf, dat de Schmidttelescoop in vooral de Verenigde Staten snel zijn opmars maakte.
In 1948 werd daar op Mount Palomar een 1,2 meter Schmidttelescoop in gebruik genomen die de poort naar de diepten van het heelal zou openen.
(Baldone Schmidt Telescope: Image Credit: www.researchgate.net)