Voor het eerst hebben astronomen
de vorming en expansie waargenomen van een ‘jet’ van materie die vrijkwam toen een ster te dicht bij een superzwaar zwart gat kwam en daardoor aan flarden werd getrokken.
De gebeurtenis, een ‘tidal eruption event’, wordt al sinds 2005 gevolgd (Science, 14 juni).
Een team van 36 wetenschappers, onder wie Peter Jonker (SRON/Radboud Universiteit), heeft de stellaire slooppartij waargenomen met onder meer radio- en infraroodtelescopen.
De gebeurtenis voltrekt zich in het hart van een sterrenstelsel dat in botsing is met een soortgenoot.
Dit tweetal, dat Arp 299 wordt genoemd, is bijna 150 miljoen lichtjaar van ons verwijderd.
Een tidal eruption event of kortweg TDE is een vrij zeldzaam verschijnsel.
Op theoretische gronden werd voorspeld
dat een ster die aan de getijdenkrachten van een superzwaar zwart gat bezwijkt, zodanig wordt uitgerekt dat er een draaiende schijf van materie om het zwarte gat ontstaat.
Deze schijf is een bron van intense röntgenstraling en zichtbaar licht.
Maar niet alle stermaterie wordt door het zwarte gat opgeslokt: een deel ervan zou in de vorm van twee bundels van deeltjes (jets) terug de ruimte in worden geblazen.
Het ontstaan van zo’n jet is nu rechtstreeks waargenomen.
De bundel van ontsnappende materie heeft zijn bestaan verraden via de radiostraling die hij uitzendt.
Uit de waarnemingen blijkt dat de uitgestoten materie met ongeveer een kwart van de lichtsnelheid beweegt. Desondanks heeft het jaren geduurd voordat het langer worden van de jet ook rechtstreeks waarneembaar was met radiotelescopen op aarde. (EE)