Voor het eerst hebben astronomen het dramatische einde van het leven van een rode superreus ‘live’ kunnen volgen.
Ze hebben de laatste stuiptrekkingen van de zware ster waargenomen met de Pan-STARRS-telescoop op Haleakalā, Maui, en de Keck-sterrenwacht op Maunakea, Hawaï (The Astrophysical Journal).
De gebeurtenis werd geregistreerd in het kader van het Young Supernova Experiment (YSE).
Tijdens deze survey was een team van onderzoekers getuige van de laatste 130 levensdagen van de rode superreus, die uiteindelijk resulteerden in een catastrofale explosie: een supernova van type II. In dee zomer van 2020 merkte Pan-STARRS als eerste op dat de ster opmerkelijk veel licht uitstraalde.
De eigenlijke supernova-explosie, die de aanduiding SN 2020tlf kreeg, volgde een paar maanden later.
De krachtige lichtflits werd snel geregistreerd met een spectrometer van de Keck-sterrenwacht.
De verzamelde gegevens lieten onmiddellijk zien dat de ster niet lang voor zijn explosie aanzienlijke hoeveelheden gas heeft uitgestoten.
Het team is supernova 2020tlf ook na de explosie blijven volgen.
Op basis van gegevens die met twee andere instrumenten van de Keck-sterrenwacht zijn verzameld, stelden de astronomen vast dat de ontploffende rode superreus, die deel uitmaakte van het 120 miljoen lichtjaar verre sterrenstelsel NGC 5731, ongeveer tien keer zoveel massa moet hebben gehad als onze zon.
De nieuwe bevindingen staan op gespannen voet met eerdere ideeën over hoe rode superreuzen evolueren vlak voordat ze zichzelf opblazen.
Tot nu toe waren alle rode superreuzen die voorafgaand aan hun explosie werden waargenomen relatief rustig: ze vertoonden geen tekenen van hevige uitbarstingen of heldere straling, zoals de voorloper van supernova 2020tlf die liet zien.
De helderheidsuitbarsting van de rode superreus wijst erop dat sterren van dit type tijdens hun laatste levensjaar aanzienlijke inwendige veranderingen kunnen ondergaan, die ervoor zorgen dat de ster grote hoeveelheden gas de ruimte in blaast voordat hij ineenstort en ten slotte explodeert. (EE)
(Image Credit: W. M. Keck Observatory/Adam Makarenko)