Image default

Astronomen ontdekken verrassende oorsprong van ‘aardscherende’ planetoïde

Astronomen die gebruik maken van de Keck-sterrenwacht op Mauna Kea (Hawaï) hebben de fysische eigenschappen en mogelijke oorsprong bepaald van 2024 YR4, de potentieel gevaarlijke aardscheerder die in december 2024 werd ontdekt. Uit het onderzoek blijkt dat YR4 een vast, steenachtig object is dat waarschijnlijk afkomstig is van een planetoïdenfamilie in de zogeheten hoofdgordel tussen de planeten Mars en Jupiter – een gebied dat tot nu toe niet bekendstond als bron van aardscherende planetoïden. De onderzoeksresultaten zullen in het vakblad The Astrophysical Journal Letters worden gepubliceerd. ‘YR4 draait eens in de twintig minuten rond, heeft een afgeplatte, onregelmatige vorm en de dichtheid van massief gesteente’, aldus onderzoeksleider Bryce Bolin. De vorm van een planetoïde geeft aanwijzingen over zijn ontstaan en over zijn structurele integriteit. Het kennen van deze eigenschappen is cruciaal om te bepalen hoeveel moeite er gedaan moet worden, of welke techniek er moet worden gebruikt, om de planetoïde af te weren als deze als een bedreiging wordt gezien. De afgelopen maanden is duidelijk geworden dat de kans dat 2024 YR4 in botsing komt met onze planeet minimaal is. Wel is er een kans van ongeveer twee procent dat hij zal inslaan op de maan. ‘Met een diameter van vijftig á zestig meter (ruwweg de breedte van een voetbalveld) is het een van de grootste objecten in de recente geschiedenis die de maan zou kunnen treffen’, zegt Bolin. ‘Als dat inderdaad gebeurt, zou dat wetenschappers de unieke kans geven om te onderzoeken hoe de grootte van een planetoïde zich verhoudt tot de grootte van de krater die hij slaat – iets wat we nog niet rechtstreeks hebben kunnen meten.’ Om de banen van planetoïden te verklaren en te voorspellen, maken wetenschappers vaak gebruik van het Jarkovski-effect. Dat is een subtiele kracht die optreedt wanneer een planetoïde zonlicht absorbeert en de verkregen energie vervolgens weer uitstraalt in de vorm van warmte c.q. infrarood licht. De uitgestraalde warmte geeft de planetoïde een klein duwtje, waardoor zijn baan geleidelijk verandert. Hoe sterk een planetoïde op dit effect reageert, hangt af van hoe snel hij opwarmt en afkoelt. Kleine planetoïden met afmetingen van een meter of vijftig, zoals YR4, hebben mogelijk een lage thermische inertie, wat suggereert dat ze uit vast gesteente bestaan. Hierin verschillen ze van zogeheten rubble pile-planetoïden, waarvan de oppervlakken met los puin zijn bedekt, waardoor ze minder snel afkoelen. Door te onderzoeken hoe deze kleine objecten op zonlicht reageren, kunnen wetenschappers vaststellen of het om massieve rotsblokken gaat die mogelijk van grotere planetoïden zijn losgeslagen. (EE)
(Image credit: W. M. Keck Observatory/Adam Makarenko)

Ook interessant

Methaan op Mars: louter een illusie?

stipmedia

Raadsel van de schaarse koolstofrijke meteorieten lijkt opgelost

stipmedia

Dubbele gravitatielens creëert zes afbeeldingen van quasar

stipmedia

Sterkste aanwijzingen tot nu toe voor biologische activiteit buiten ons zonnestelsel

stipmedia

Kuipergordel waarschijnlijk veel groter dan gedacht

stipmedia

De asymmetrisch verdeelde metgezellen van Andromeda stellen kosmologie op de proef

stipmedia