Image default

Astronomen ontdekken grootste ‘radiojet’ die ooit in het vroege heelal is gezien

Met behulp van de Gemini North-telescoop op Maunakea (Hawaï) hebben astronomen de grootste radiojet opgespoord die ooit in het vroege heelal is waargenomen. De nieuwe waarnemingen geven meer inzicht in het moment waarop de eerste radiojets in het heelal zijn ontstaan en hoe deze de evolutie van sterrenstelsels hebben beïnvloed (Astrophysical Journal Letters). Tientallen jaren van waarnemingen hebben astronomen geleerd dat de meeste sterrenstelsels een superzwaar zwart gat in hun centrum hebben. Door wrijving wordt het gas en stof dat in deze zwarte gaten valt enorm heet, waardoor de kernen van de sterrenstelsels fel gaan stralen. Deze heldere kernen, die quasars worden genoemd, stoten bundels van energierijke deeltjes uit die met behulp van radiotelescopen kunnen worden waargenomen. In ons lokale heelal zijn veel voorbeelden van zulke radiojets te vinden, maar in het vroege heelal tot nu toe niet. Met behulp van een combinatie van telescopen hebben astronomen nu een tweelobbige radiojet ontdekt die zich uitstrekt over een afstand van minstens tweehonderdduizend lichtjaar uitstrekt – tweemaal de breedte van ons Melkwegstelsel. Daarmee is dit de grootste radiojet die zo vroeg in de geschiedenis van het heelal is ontdekt. De jet werd voor het eerst opgemerkt met LOFAR, een Europees netwerk bestaande uit duizenden kleine radioantennes, waarvan het centrum in Drenthe ligt. Vervolgwaarnemingen met de Gemini North-telescoop en de Hobby Eberly Telescope in Texas (VS) gaven een compleet beeld van de radiojet en de quasar die deze uitstoot. ‘We zochten naar quasars met sterke radiojets in het vroege heelal, wat ons helpt te begrijpen hoe en wanneer de eerste jets worden gevormd en hoe ze de evolutie van sterrenstelsels beïnvloeden,’ aldus de Nederlandse astronoom Anniek Gloudemans, postdoc-onderzoeker bij NOIRLab en hoofdauteur van het artikel in The Astrophysical Journal Letters waarin de resultaten zijn gepubliceeerd. De bron van de radiojet – een quasar met de aanduiding J1601+3102 – is ontstaan toen het heelal minder dan 1,2 miljard jaar oud was – slechts eentiende van de huidige leeftijd. Hoewel quasars massa’s kunnen hebben die miljarden keren groter zijn dan die van onze zon, is deze quasar aan de kleine kant: zijn massa bedraagt ‘slechts’ 450 miljoen zonsmassa’s. De radiojets die hij in tegengestelde richtingen uitstoot zijn asymmetrisch – zowel in helderheid als in lengte. Dit wijst erop dat ze door iets in hun omgeving worden beïnvloed. Het eerdere gebrek aan grote radiojets in het vroege heelal werd toegeschreven aan de ruis van de kosmische achtergrondstraling – de alom aanwezige ‘mist’ van microgolfstraling die is overgebleven van de oerknal. Deze hardnekkige achtergrondstraling onderdrukt het ‘radiolicht’ van zulke verre objecten. ‘Alleen omdat dit object zo extreem is, kunnen we het vanaf de aarde waarnemen, ook al staat het heel ver weg’, zegt Gloudemans. (EE) (Image credit: NOIRLab/NSF/AURA/M. Garlick)

Ook interessant

Zuurstof ontdekt in verst bekende sterrenstelsel

stipmedia

Donkere energie is mogelijk niet constant

stipmedia

Astronomen presenteren nieuwe ‘babyfoto’ van het heelal

stipmedia

Meeste verre sterrenstelsels draaien dezelfde kant op

stipmedia

Europese ruimtetelescoop Euclid verzamelt schat aan gegevens

stipmedia

Vier ‘mini-aardes’ ontdekt bij dichtstbijzijnde enkelvoudige ster

stipmedia