Nieuwe waarnemingen van zes van de verste sterrenstelsels die we kennen, hebben geholpen om het moment van de ‘kosmische dageraad’ te dateren (Monthly Notices van de Royal Astronomical Society).
Tegenwoordig baadt ons heelal in het licht, maar voordat de eerste sterren en sterrenstelsels werden gevormd was dat nog niet het geval.
Het nieuwe onderzoek plaatst het moment waarop het heelal voor het eerst in sterlicht baadde binnen een klein venster, slechts enkele honderden miljoenen jaren na de oerknal.
Tot die tijd was het donker in het heelal, waar stof en gas zich onder invloed van de zwaartekracht ophoopten om uiteindelijk de eerste sterren en sterrenstelsels te vormen.
Daarmee kwam een einde aan de ‘Dark Ages’.
Bij het onderzoek heeft een Brits/Amerikaans team de leeftijden bepaald van sterren in zes sterrenstelsels die we waarnemen op een moment dat het heelal nog maar 550 miljoen jaar oud was.
Daarvoor hebben ze nauwkeurige waarnemingen gedaan met enkele van de grootste telescopen op aarde en in de ruimte, waaronder de Atacama Large Millimeter Array (ALMA) in Chili, de Europese Very Large Telescope, eveneens in Chili en de beide Keck-telescopen op Hawaï.
Bij de leeftijdsbepaling is gebruik gemaakt van een goed begrepen leeftijdsindicator die gebaseerd is de hoeveelheid waterstof die in de atmosferen van sterren aanwezig is.
Hoe ouder de sterren, des te groter is het waterstofgehalte. Uit de spectrale metingen blijkt dat de verre sterrenstelsels al tussen de 200 en 300 miljoen jaar oud zijn.
Daaruit kan worden geconcludeerd dat de eerste periode van stervorming heeft plaatsgevonden in een tijd die ver buiten het bereik van onze huidige telescopen ligt.
Mogelijk is de nieuwe ruimtetelescoop JWST, die NASA dit najaar hoopt te lanceren, wel in staat om deze vroege kosmisch periode te verkennen. (EE)
(Image Credit : Adolf Schaller for STScI)