Frans onderzoek laat zien dat het verschil in ashelling – de stand van de rotatie-as ten opzichte van het baanvlak – tussen de dwergplaneet Pluto en de grote Neptunusmaan Triton kan verklaren waarom hun oppervlakken zo sterk van elkaar verschillen, terwijl de twee hemellichamen in andere opzichten juist veel op elkaar lijken (PNAS). De ashelling van Pluto varieert in de loop van 2,8 miljoen jaar tussen de 104 en 127 graden, wat resulteert in lange, geprononceerde seizoenen en poolnachten die tientallen aardse jaren duren. Door zijn baanbeweging om Neptunus vertoont Triton juist veel kortere seizoenen die zich afspelen op een tijdschaal van ongeveer 650 jaar. Met behulp van modelberekeningen hebben Tanguy Bertrand en Emmanuel Lellouch van de Sterrenwacht van Parijs) zich verdiept in wat zich in de loop van de tijd op de oppervlakken van Pluto en Triton heeft afgespeeld. Daarbij hebben ze met name gekeken naar het transport van vluchtige verbindingen, zoals stikstof, methaan en koolstofmonoxide – gassen die in de atmosferen van beide hemellichamen voorkomen. Hierbij zijn ze uitgegaan van dezelfde begintoestand en van de bekende verschillen in ashelling en baanparameters. De modellen suggereren dat de verschillende ashellingen van de Triton en Pluto er de oorzaak van kan zijn waarom het oppervlak van eerstgenoemde van middelhoge tot hoge breedtegraden heldere, gladde afzettingen van vluchtig ijs vertoont, terwijl het oppervlak van Pluto wordt gekenmerkt door enorme gletsjers van vluchtig ijs rond de evenaar. Volgens de auteurs bevestigen hun bevindingen de theorie dat Pluto en Triton zijn gevormd in de Kuipergordel – een gordel van honderdduizenden ijsachtige objecten aan de rand van ons zonnestelsel – waarna Triton in een later stadium door Neptunus werd ingevangen. (EE) (Image credit: NASA/Jet Propulsion Lab/U.S. Geological Survey)