De oerknal of de Big Bang is een theorie over het ontstaan van de aarde. Maar wat weten we over dit mogelijk startpunt van het heelal, met dank aan de Leuvense priester-professor Georges Lemaître?
Lang geleden!
De oerknal is een benaming voor de kosmologische theorie dat het heelal 13,8 miljard jaar geleden is ontstaan vanuit één punt. Een enorm heet middelpunt met een bijna oneindig grote dichtheid. Door de oerknal ontstond er ruimte en tijd. Een van de redenen dat men denkt dat er een oerknal is geweest, komt doordat het universum alsmaar uitdijt.
Continue uitdijing door de oerknal
De explosie, de oerknal, heeft ervoor gezorgd dat de materie van het oorspronkelijke middelpunt razend snel werd verspreid. In een flits zou daarbij waterstof en helium zijn ontstaan, de bouwstenen van het heelal. Deze stoffen zorgden er miljoenen jaren later voor dat er sterrenstelsels konden ontstaan.
Lege ruimtes door de oerknal
Een van de gevolgen van het uitdijen is dat er tussen de verschillende stelsels steeds meer ruimte komt. Het ontstaan van die ruimte onderbouwt de theorie dat er ooit één geheel moet zijn geweest. De lege ruimtes worden holtes of voids genoemd. Een van de bekendste superholtes is het Gat van Boötes, een ronde ruimte met een diameter van zo’n 330 miljoen lichtjaar. Binnen die ruimte zouden zich slechts 60 sterrenstelsels bevinden.
De toekomst van het heelal
Na het begin is er ook een toekomst. Wat gaat er de komende miljarden jaren gebeuren? Er zijn verschillende theorieën, namelijk dat het heelal steeds verder zal uitdijen of dat er een implosie zal plaatsvinden. Aanvullend daarop is dat het door het continu uitdijen steeds kouder zal worden. En daarbovenop komt de visie dat er meerdere universums zijn, een multiversum. En mogelijk vormen deze weer een superuniversum.